De bouw is de laatste jaren in sneltempo zich aan het heruitvinden. De ene na de andere innovatie komt op de proppen (houtbouw, ecologische isolatie, circulariteit, etc). Een evolutie die wij zelf alleen maar aanmoedigen. Tegelijkertijd mag je voor een Belgische gezinswoning nog steeds karton tegen de muren monteren... Is dit deontologisch nog verantwoord?

'De Belg is geboren met een baksteen in zijn maag.'
Een bekende quote die betekent dat de gemiddelde Belg graag zelf een eigen woning bouwt/bezit.

De bouw is in de laatste decennia sterk veranderd.
Zo sterk dat je de huidige bouw haast niet meer kan vergelijken met die van enkele jaren geleden.
De ene na de andere (prachtige) innovatie komt naar voor; houtbouw, circulaire oplossingen, ecologische isolatie en nog veel meer.
Deze ecologische transformatie is een trein die enkel nog maar versnellen in de komende jaren.

Is de Belgische wetgeving klaar voor deze ecologische (r)evolutie?
Opvallend is dat Belgische eengezinswoningen en industriebouw momenteel helemaal buiten de scoop van de wetgeving vallen.
Dat wil dus zeggen dat er voor Belgische eengezinswoningen geen enkele minimum aan brandreactieklasse is.

Waar laagbouw in België voornamelijk moet beantwoorden aan brandreactieklasse D, vallen eengezinswoningen hier gewoon buiten.
Hoewel brandreactieklasse D an sich al laagdrempelig is, is het deontologisch verantwoord om bij eengezinswoningen helemaal geen minimum te zetten?

Het gaat dan niet alleen over de buitenste schil die niet eens aan (de laagdrempelige) brandreactieklasse D moet beantwoorden.
Ook de achterliggende bouwmaterialen kunnen bestaan uit brandbare materialen zoals spaanplaat, brandbare isolatie, etc.

Gezinnen hebben een droom van een eigen huis en moeten daar meestal twintig jaar of langer voor gaan lenen.
Waar deze (jonge) gezinnen zich erg kwetsbaar opstellen door een gebrek aan kennis, zou het zomaar kunnen dat hun droomhuis een groot brandgevaar is.
Een brandgevaar waarvan er geen enkel besef is.

Naast de evolutie in de bouw, wordt de bouw ook geconfronteerd met allerlei andere uitdagingen.
Zware bosbranden die hele wijken in as leggen, meer aaneengesloten bebouwing, (eventueel onveilige) zonnepanelen, etc.

Een jaar geleden hebben we drie brandtesten naast elkaar gezet om een goed vergelijk in prestatie te kunnen geven.
Twee van de drie brandtests zijn niet goed, maar zeker niet de slechtste van de markt.
Je vormt helaas al snel een onblusbaar brandinferno waarbij levens in gevaar kunnen komen...

De vergelijkende brandtests vindt u hier.

Hoewel twee tests vroegtijdig verplicht afgebroken werden, zou dit wel aan een eengezinswoning gemonteerd mogen worden...
Stel dat in het midden van de nacht in uw bed ligt en wakker wordt van uw blaffende hond.
Voordat u beneden bent, beseft dat uw huis in brand staat en weet wat te doen, is deze brand oncontroleerbaar.
We zwijgen in deze casus dan nog even over de aanwezigheid van (hulpeloze) kinderen.

Moeten we in België niet dringend een minimale brandreactieklasse D voor onze eengezinswoningen opleggen?

Ik merk op dat Nederland eengezinswoningen wel heeft opgenomen in haar wetgeving.
Het lijkt me interessant om af en toe eens over de grens te gaan kijken en van elkaar te leren.

Opgelet:

Met deze blog wil ik zeker niet zeggen dat houtbouw of ecologische innovaties slecht zijn.
De trein van ecologie is vertrokken en mag zeker niet tot stilstand komen.
Het is echter wel belangrijk dat de wetgeving tijdig bepaalde minima vastlegt.
Het vastleggen van minima zal op zijn beurt met zekerheid weer leiden tot nieuwe innovaties.