De brandveiligheid van gevelbekleding is een complexe materie waar weinig marktdeelnemers echt veel van kennen. Dikwijls worden beslissingen genomen aan de hand van (soms onvolledige) informatie die hen verschaft wordt. Wat velen niet weten, is dat de aansprakelijkheid/verantwoordelijkheid wel juridisch bepaald is. We analyseren enkele foute interpretaties die regelmatig gedaan worden en hopen hiermee kennis te delen.  

Voor je begint te lezen; We willen met deze samenvatting niemand bang maken, we willen wel goed informeren.

In Nederland is het allereerst erg belangrijk om na te gaan dat elk nieuw gebouwd 'bouwwerk' voldoet aan de nieuwbouwvoorschriften van het Besluit bouwwerken leefomgeving of kortweg 'Bbl'. 
De voorschriften van het Bbl zijn rechtstreeks toepasbaar op grond van de Woningwet en via de aanvraag omgevingsvergunning of toets door Kwaliteitsborger in kader van melding WKB (voor gevolgklasse 1).
Indien u niet voldoet aan deze voorschriften, begaat u dan een overtreding.

In dit Bbl vindt u dan ook de eisen terug waaraan een gevel moet voldoen conform de brandreactieklasse (NEN-EN 13501-1).
De eisen zijn verschillend naargelang de hoogte van het gebouw, maar ook bijvoorbeeld of ze aan een vluchtroute grenst.

Het Bbl bepaalt dan ook dat een bepaalde brandreactieklasse (B, C en D) in 'end-use' bepaald moet zijn.

Dit wil zeggen dat men bij het aantonen van een brandreactieklasse moet afstappen van de optelsom van productgebonden brandclassificaties, maar dat je de opbouw moet testen zoals ze in de realiteit gebouwd gaat worden.
Werkt u bijvoorbeeld met een onbrandbare isolatie? Deze moet toch in een brandtest conform de EN 13823 (SBI-test) getest worden.
Zo zou dit 'onbrandbaar' materiaal misschien wel een invloed op een ander materiaal kunnen hebben.
Haalt een vlakke plank een brandreactieklasse B en wil je dit als blokprofiel gebruiken? Dan moet je dit in deze vorm testen.

Gevels die niet 'end use' getest zijn, voldoen mogelijk niet aan de eisen van het Bbl.
In een eerdere blog schreven we alvast dat B+B+B niet altijd een brandreactieklasse B geeft.

Wat met een goedkeuring van bevoegd gezag (brandweer of gemeente) of Kwaliteitsborger?

Het bevoegd gezag kan bij de vergunningverlening en/of bij uitvoering een goedkeuring geven.

In beide gevallen (vergunning of uitvoering) betekent dergelijke goedkeuring niet dat de verantwoordelijkheid verschuift naar het bevoegde gezag of Kwaliteitborger.
Het bevoegd gezag of Kwaliteitborger geeft een goedkeuring enkel op de door hen aangereikte documentatie en detaillering.
De verantwoordelijkheid zal bijgevolg niet liggen bij het bevoegde gezag of de Kwaliteitborger en het bevoegd gezag mag in een latere fase nog steeds 'handhavend optreden' tegen gebouwen die niet conform het Bbl gemonteerd zijn.

Wie is er dan wel aansprakelijk?

De aannemer heeft de verantwoordelijkheid aan de opdrachtgever om te bouwen conform het Bbl.
Indien blijkt dat de brandreactieklasse van de gevel niet conform het Bbl is, is dit een gebrek en heeft de aannemer hier aansprakelijkheid.
Het is voor een opdrachtgever niet mogelijk om op te merken dat een gevel bij oplevering niet conform de brandreactieklasse is, dit maakt het dan ook een 'verborgen gebrek'.
Een aannemer blijft ook na de oplevering nog een bepaalde periode aansprakelijk voor verborgen gebreken en kan hierover door zijn opdrachtgever (of zelfs zijn verzekeringsmaatschappij) aangesproken worden.
Een eventuele goedkeuring door bevoegd gezag verandert hier niets aan (zie hierboven).

De opdrachtgever heeft daarnaast ook de privaatrechtelijke verantwoordelijkheid voor de veiligheid van een gebouw.
Het gaat hier dan over 'kwalitatieve aansprakelijkheid' waarbij uw eigendom niet voldoet aan de wet en bijgevolg schade berokkend aan derden.
Dit zorgt ervoor dat derde partijen (bewoners, verzekeraars, etc) de eigenaar aansprakelijk kunnen stellen bij schade.
Bij kwalitatieve aansprakelijkheid is het niet van belang dat de eigenaar op de hoogte was van het gebrek.
Tegelijkertijd verandert een goedkeuring van het bevoegd gezag (gemeente en brandweer) hier niets aan.

De opdrachtgever heeft dus zeker het risico van aansprakelijkheid.
Een goed voorbeeld hiervan is de Grenfell toren in Londen (Mei 2017).

De fabrikant heet ook een aansprakelijkheid.
Indien het geleverde product niet de prestatie levert die mag verwacht worden op basis van de informatie die door de fabrikant verstrekt is, dan is de fabrikant aansprakelijk voor de schade. Dit geldt ook als deze falende producten reeds verwerkt zijn in een bouwwerk of als de berekende of aangebrachte dikte niet blijkt te kloppen met berekeningen. De fabrikant van deze producten kan aansprakelijk gesteld worden als blijkt dat door diens handelen het bouwwerk niet kan voldoen aan gestelde eisen of schade die aan het bouwwerk is veroorzaakt.

Daarnaast kan het bevoegd gezag 'handhavend optreden' indien ze ontdekt dat gevel niet voldeed aan de vereiste brandreactieklasse.
Hier staat geen verjaringstermijn op.

Samengevat:

Het is al vele jaren een juridische vereiste om de geëiste brandreactieklasse van uw gevel in 'end use' aan te tonen.
Dit onvoldoende of zelfs helemaal niet doen, kan verregaande gevolgen hebben in de aansprakelijkheid van de aannemer, de eigenaar en de fabrikant.

Zo geldt een foute brandreactieklasse enerzijds als een verborgen gebrek en stopt de aansprakelijkheid van de aannemer niet bij oplevering.
Tegelijkertijd staat er geen verjaringstermijn op het handhavend optreden van een gemeente en kunnen onzorgvuldigheden u decennia later nog in problemen brengen.

Onderzoek uw gevelbekleding goed, laat u bijstaan door experten en test het in de realistische toepassing (end use).
Voorkomen is (veel) beter dan genezen.

Ik hoor het regelmatig in Nederland, maar het klopt wel:
"Toon het maar eens aan".