Sinds de aanpassing van de CWFT zien we een logische toevlucht naar allerlei brandvertragende behandelingen. Tegelijkertijd hebben we nog nooit zoveel foute gevelbekledingen tegenkomen. Aan de hand van eigen wetenschappelijk onderzoek moeten we benadrukken dat een brandvertragende behandeling zeker geen vrijgeleide voor een brandreactieklasse is. Zo is de impact van een brandvertragende behandeling eerder beperkt en zijn andere factoren bepalender. Daarnaast mogen de brandvertragende behandelingen ook geen tijdelijk effect geven. We delen onze kennis om anderen te helpen.
In de voorbije maanden zagen we een toename van "foute gevels".
Dergelijke fouten kunnen verholpen worden door kennis te delen.
We maakten dus een beknopte samenvatting van de verschillende onderdelen die impact hebben.
Deze beknopte samenvatting is gefundeerd op een wetenschappelijk onderzoek van de voorbije jaren, waarbij we honderden brandtesten op een gestructureerde manier hebben gedaan.
Aan de hand van deze samenvatting kan u beter analyseren of het kan of niet.
Opgelet: Dit geldt niet alleen voor brandreactieklasse B, maar ook voor lagere brandreactieklasses.
De brandreactieklasse van uw gevel wordt bepaald door uw 'Product' (materiaal + profilering), de 'opbouw' en de 'duurzaamheid'.
Simpel samengevat: U moet het product testen zoals het daadwerkelijk gemonteerd gaat worden.
Sinds enkele maanden worden we overspoeld met gevelopbouwen die volgens onze rekenmodule onmogelijk zijn.
We willen dus graag informeren waarom het realistisch ofwel in 'end use' getest moet zijn.
Een brandvertragende behandeling zal in de meeste gevallen een verbetering zijn, maar zegt uiteindelijk nog niets over de brandreactieklasse.
Een duidelijk vergelijk:
U kan door chiptuning het vermogen van uw stadswagen opvoeren, maar dat maakt het nog geen racewagen.
Waar het een verbetering zal zijn, zijn er ook andere invloeden zoals aerodynamica, baanligging, bandenkeuze, remmen, etc.
Welke onderdelen bepalen de brandreactieklasse van een gevel?
De brandreactieklasse van een gevelbekleding wordt bepaald door volgende variabelen:
Materiaal (1) + Profilering (2) + Opbouw (3) + Duurzaamheid/uitlogen*(4) = Brandreactieklasse van een gevelbekleding.
*Stap 4 geldt enkel bij een brandvertragende behandeling.
Hieronder bespreken we de verschillende onderdelen.
1) Materiaal:
Ongeacht welk profiel of opbouw, begint de rekensom bij het gebruikte materiaal.
Je hebt allerlei mogelijkheden zoals onbehandeld hout, (brandvertragend) behandeld hout, gemodificeerd hout, composiet materialen (bamboe), etc.
Elk van deze materialen heeft zijn specifieke eigenschappen zoals calorische waarde, snelheid van ontbranding, rookvorming, etc.
De keuze van het materiaal is bepalend, maar zeker niet alleszeggend voor een brandreactieklasse.
Voorbeeld:
- Is er getest op vurenhout of gemodificeerd vuren?
- Is er getest op rode meranti of op gele meranti?
- Is een voorvergrijzer getest?
- Etc.
Kleine verschillen met grote invloeden.
2) Profilering:
Misschien wel de grootste invloed voor de brandreactieklasse.
Uit ons wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat elk van de bovengenoemde 'materialen' door middel van een andere profileringen van brandreactieklasse B naar brandreactieklasse D of zelfs lager kunnen gebracht worden.
Algemeen genomen geeft een vlakke gevelbekleding de beste waarden van brandreactieklasse.
Allerlei variabelen in 'profilering' zullen een negatief effect hebben op dit resultaat.
Soms zelfs grote impacten zoals het vermenigvuldigen van de brandgroei.
De profilering van een materiaal is volgens ons onderzoek de grootste invloed op brandreactieklasse.
Het is essentieel om te bouwen conform wat er getest is ofwel het gewenste profiel te testen.
Voorbeeld:
- U wenst een ribbelprofiel, is het met deze ribbel getest?
- U wil smalle planken, is deze plankbreedte getest?
- U wil rechte hoeken, zijn deze zo getest?
- U wil een open voeg, is deze zo getest?
- Etc.
Kleine verschillen, maar potentieel énorme invloeden.
3) Opbouw:
Opbouw staat redelijk dichtbij 'profilering' en heeft ook een grote invloed op het resultaat.
In de opbouw zijn er ook veel variabelen zoals de keuze (of ontbreken) van een substraat, de spouwdiepte, isolatiemateriaal, etc.
Al deze variabelen hebben een invloed op het resultaat.
Voorbeeld:
- U wil zonder substraat werken, is dit zo getest?
- U heeft minder plaats en wil de spouwdiepte verkleinen, is het zo getest?
- Etc.
Wederom kleine aanpassingen met potentieel grote invloeden.
Zelfs als u het materiaal (1) en de profilering (2) in een hoge brandreactieklasse kan krijgen, kan een verschillende opbouw dit ook volledig teniet doen.
Samengevat: Het is essentieel om de combinatie van 'Materiaal', 'Profilering' en 'Opbouw' samen te testen.
4) Duurzaamheid/uitlogen:
Deze stap is enkel noodzakelijk indien het materiaal een brandvertragende behandeling heeft gekregen.
Tegelijkertijd is deze stap heel belangrijk.
Gebruikt u een brandvertragende behandeling, dan moet u aantonen dat deze impact niet vermindert of zelfs geheel wegvalt doorheen de tijd.
Meestal gebeurt dit door een periodieke behandeling.
Voorbeeld:
- Is het uitlogen aangetoond op de gewenste houtsoort?
- Is de uitloging aangetoond op onbehandeld of gemodificeerd hout?
Een thermische behandeling verandert de karakteristieken van de desbetreffende houtsoort.
De evidentie zegt dat dit ook het uitlogen beïnvloedt.
- Etc.
CONCLUSIE:
Een brandvertragende behandeling heeft een positieve impact op de brandreactieklasse, maar zegt tegelijkertijd op zichzelf niet veel over het eindresultaat.
De keuze van 'materiaal' is immers maar een klein onderdeel van de brandreactieklasse van een gevel.
Bij een brandvertragende behandeling zijn er steeds meerdere variabelen van groot belang.
Voorbeelden: Houtsoort, andere behandelingen, open/gesloten, plankdikte, plankbreedte, hoekafwerking, horizontaal/verticaal, opbouw, etc.
Belangrijke aanpassing:
De huidige norm (EN16755) om de duurzaamheid van de brandvertragende behandeling aan te tonen, geeft wel ruimte voor een bepaalde verslechtering in resultaten.
Waar men test op een het 'materiaal', houdt men momenteel (meestal) geen rekening met 'Profilering' (2) en 'Opbouw' (3).
Voorbeeld:
- Rechte hoekjes in de 'Profilering' (2) zullen sneller uitlogen dan afgeronde hoekjes.
Bij rechte hoekjes heb je immers een dubbelzijdige invloed van hemelwater (zijkant en voorzijde).
We schreven een half jaar geleden al dat de EN 16755 waarschijnlijk aangepast gaat worden.
Deze blog vindt u hier (KLIK HIER)
De nieuwe norm gaat uit van een natuurlijke veroudering waarbij het materiaal op een realistische manier - Profilering (2) en opbouw (3) - veroudert.
Door het realitisch, natuurlijk verouderen worden andere natuurlijke invloeden ook meegenomen.
Zo zijn er allerlei andere natuurlijke invloeden zoals insecten aanwezig.
In een eigen onderzoek zagen we bijvoorbeeld de invloed van wespen op het oppervlak van gemodificeerde en onbehandelde houtsoorten.
Hier vindt u de foto's terug: (KLIK HIER)
Samengevat:
Bent u belanghebbende (Architect, opdrachtgever, bouwbedrijf, ...) en moet uw project een bepaalde brandreactieklasse aantonen?
Neem de bovenstaande samenvatting bij de hand en controleer of alles getest is.
- Welk 'materiaal' werd er getest?
- Welk 'profiel' werd er getest?
- Welke 'opbouw' werd er getest?
- Etc.
Vindt u afwijkingen?
Elke afwijking zal een invloed hebben.
Sommige afwijkingen zelfs een enorme invloed.
U kan overstappen op wat er wél getest is, ofwel kan u bijkomend (laten) testen.